Buku
Tussen vrees en vrijheid
Veertig maanden is het 'ten geleide' oud, dat de Schrijver zijn vorige bundel meegaf. Zoals daarip zijn voornaamste werk verzameld werd, dat tussen de jaren 1937-41 ontstond, zo vindt de lezer hier het meeste bijeen wat in het lustrum 1047-48 tot stand kwan. In nog hoger mate dan-dit toentertijd het geval was, is ook nu het grootste en, meent hij, belangrijkste deel van deze lezingen en opstellen nog tijdens de oorlog of toch kort daarna geschreven en, voorzover later geschreven, berust het in elk geval op studie nog in de oorlogstijd ondernomen. Ook het enige aan één onderwerp gewijde boek dat sinds de bevrijding van zijn hand het licht zag is een negotium, uit het etiam der oorlogsdagen. Deze toedracht geeft aanleiding tot de sombere ověřącinzing, dat er ook in dit opzicht een onvermoed verband tussen dualog en beschaving bestaat, in die zin n.l. dat, pafadoxaal gezegd, afgerf de eerste nog de geest de tijd laat om de tweede te bevorderen, een vermoeden dat zijn pijnlijke bevestiging vindt in de tegenovergestelde ervaring dat de 'normale' tijd na de bevrijding veelal op de werkkracht van de beoefenaar der wetenschap op andere wijze beslag legt en wel in een mate die hem noodgedwongen de wetenschap doet ver waarlozen. De schrijver zou dit probleem hier niet aangestipt, hebben, indien hij er niet een z.i. aanvaardbare verontschul
No other version available